Trooster
Daan Hugaert bewerkte deze tekst voor Vlaanderen en Mieke Laureys regisseerde hem met humor en poëzie. Vzw De Grote Foulée produceert.
De voorstelling gaat over Bart. Bart woont nog thuis bij een moeder met een struisvogelcomplex en zwakke darmen. Hij heeft een roeping. Hij is clown en heeft maar één stelregel in het leven: troost brengen, trooster zijn.
Maar hij heeft plankenkoorts, slaapt slecht en blijkt alles verkeerd te doen wat een mens ook maar verkeerd kan doen. Vers uit bed, mijmert hij over de moed van zijn idool Mussolini, die met de borst vooruit en met gespreide armen het noodlot tart.
Uitgerekend op de dag dat hij zich oppept voor een opbeurend optreden voor het jonge grut, valt er weer een envelop van de VDAB op de deurmat waarop in rode inkt ‘zeer dringend’ staat gepend. De zoveelste werkaanbieding die hij zal afslaan. Want een kunstenaar moet zich niet bekreunen om het alledaagse; hij moet naar de sterren reiken!
Hij grist de brief van de deurmat om het gezeur van zijn moeder te ontlopen, en moffelt hem in zijn onderbroek, waarmee hij een brokkenparcours zonder weerga inzet. Vol in de borst getroffen moet hij die avond zelf troost zoeken bij zijn oude moeder die piept als een kuchend vogeltje.